Aanwijzend voornaamwoord - il pronome dimostrativo e l'aggettivo dimostrativo

Het aanwijzend voornaamwoord verwijst naar een persoon, dier, object of zaak.
In de meest duidelijke gevallen vindt de verwijzing in ruimte of tijd plaats.

Een aanwijzend voornaamwoord kan zelfstandig of niet-zelfstandig worden gebruikt.

De belangrijkste aanwijzende voornaamwoorden in het Italiaans zijn questo en quello.

Questo verwijst naar een persoon of object dicht bij de spreker (deze, dit).
Quello verwijst naar een persoon of object ver van de spreker (die, dat).
Daarnaast bestaat nog codesto, een verouderd aanwijzend voornaamwoord dat alleen regionaal (Toscane) en in formele taal nog in gebruik is.
Het verwijst naar een persoon of object ver van de spreker maar dicht bij de luisteraar.


Zelfstandig gebruik: il pronome dimostrativo

Bij zelfstandig gebruik worden de aanwijzende voornaamwoorden verbogen zoals een bijvoeglijk naamwoord, dus naar geslacht en aantal.
In veel gevallen is de verwijzing niet erg nadrukkelijk aan plaats en tijd gebonden en dan wordt soms als alternatief het woordje ciò gebruikt.
Questa è la mia musica preferita. = Dit is mijn favoriete muziek.
Quelli sono i miei fratelli. = Dat zijn mijn broers.
Quella sarà la prima donna sulla luna. = Dat wordt de eerste vrouw op de maan.
Queste sono mia madre e mia sorella. = Dit zijn mijn moeder en mijn zus.
Vorrei quello invece di questo. = Ik zou die graag willen in plaats van deze.
Questo sarà il mio anno! = Dit wordt mijn jaar!
Ciò non mi piace. = Dit/dat vind ik niet leuk.

Niet-zelfstandig gebruik: l'aggettivo dimostrativo

Bij niet-zelfstandig gebruik wordt het aanwijzend voornaamwoord in het Italiaans als bijvoeglijk naamwoord beschouwd.
Voorafgaand aan een woord dat begint met een klinker wordt de laatste letter vervangen door een apostrof: quest', quell', codest'.
De uitgangen van quello worden bovendien verbogen vergelijkbaar met de bepaalde lidwoorden:

Quello [niet-zelfstandig]
lidwoord enkelvoud meervoud
mannelijk standaard quel quei
mannelijk vóór z of s+medeklinker quello quegli
mannelijk vóór klinker quell'
vrouwelijk vóór klinker quelle
vrouwelijk standaard quella

questa situazione = deze situatie
questi vestiti = deze kleren
quelle parole = die woorden
quest'anno = dit jaar
quel libro = dat boek
quei libri = die boeken
quell'uomo = die man
quello sport = die sport
quegli uomini = die mannen
Samengetrokken vormen van questo zijn: stamattina (vanochtend), stasera (vanavond), stanotte (vannacht), stavolta (deze keer).




Andere aanwijzende voornaamwoorden: gli aggettivi identicativi

Er zijn ook aanwijzende voornaamwoorden die iets zeggen over de identiteit of gelijkheid van personen of objecten.
Dit zijn in het Italiaans de synoniemen stesso en (minder vaak gebruikt) medesimo met betekenis: (de/het)zelfde.
Ze kunnen zowel zelfstandig als niet-zelfstandig worden gebruikt en worden verbogen zoals het bijvoeglijk naamwoord: Ze kunnen tevens worden gebruikt voor een versterkend effect met de betekenis 'zelfs' of 'zelf' ('in persoon').
È sempre lo stesso. = Het is altijd hetzelfde.
Sospetto che sia la stessa/medesima persona. = Ik vermoed dat het dezelfde persoon is.
Loro stessi/medesimi sono convinti delle tue capacità. = Zelfs zij zijn overtuigd van jouw capaciteiten.
Elon Musk stesso/medesimo ha risposto. = Elon Musk zelf heeft gereageerd.

Ook tale, met als meervoud tali, kan als aanwijzend voornaamwoord worden gebruikt. Soms wordt de verkorte vorm tal gebruikt.
Mogelijke vertalingen zijn onder meer: zo'n, zulk(e), dergelijk(e)).
Tale padre, tale figlio. = Zo vader, zo zoon.
Tali situazioni sono rare. = Zulke/dergelijke situaties zijn zeldzaam.
In tal caso sai cosa devi fare. = In zo'n geval weet je wat je moet doen.




Overige aanwijzende voornaamwoorden

In formele teksten kunnen onderstaande aanwijzende voornaamworden voorkomen. Ze worden alleen zelfstandig gebruikt.
Deze vormen zouden in minder formele tekst en in spreektaal worden vervangen door een vorm van questo of een persoonlijk voornaamwoord (lui, lei, loro).
Ze kunnen een ironische of negatieve ondertoon hebben.
Chi è costei? = Chi è questa/lei? = Wie is dit/zij?
Costui è pazzo! = Questo/lui è pazzo. = Deze/hij is gek!
Onderstaande woorden zouden in minder formele tekst en in spreektaal worden vervangen door een vorm van quello of een persoonlijk voornaamwoord (lui, lei, loro).