e - soms
ed voor een woord dat begint met een klinker, vooral de e
en
Danilo e Andrea imparano l'italiano e il tedesco. = Danilo en Andrea leren Italiaans en Duits.
Insultami un' altra volta e ti colpirò! = Beledig me nog eens en ik zal je slaan!
o - heel soms
od voor een woord dat begint met een klinker, vooral de o
of
Vuoi mangiare una mela o una banana? = Wil je een appel eten of een banaan?
als tussenwerpsel: o
O mio babbino caro! = O mijn lieve pappie!
ma
maar
Mi piacerebbe ma non posso. = Ik zou het leuk vinden, maar ik kan (het) niet.
Strano ma vero. = Vreemd maar waar.
als tussenwerpsel: maar
Ma che dolce! = (Maar) wat lief!
se
als, indien
Se il tempo è bello domani, andrò in bicicletta. = Als het morgen mooi weer is, ga ik fietsen.
of
Non so se andrò in bicicletta domani. = Ik weet niet of ik morgen ga fietsen.
né
noch, ook niet
Non ho risposto né sì né no. = Ik heb (noch) ja noch nee gezegd.
Non li ho visti né sentiti. = Ik heb ze (noch) gezien noch gehoord.
che
dat
So che è vero = Ik weet dat het waar is.
als, wanneer, dat
Ogni volta che la vedo, divento timido. = Elke keer als ik haar zie, word ik verlegen.
dan
È più facile a dirsi che a farsi. = Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
als andere woordsoort: wat!
Che dolce! = Wat lief!
pure - soms verkort tot
pur
hoewel (meestal i.c.m. een gerundium)
Pure studiando molto, non parlo ancora bene l'italiano. = Hoewel ik veel studeer, spreek ik het Italiaans nog niet goed.
zelfs/ook al (vaak i.c.m. een conjunctief en in de hoofdzin een voorwaardelijke wijs)
Pure se volessi, non avrei i soldi per comprarlo. = Zelfs al zou ik willen, dan had ik het geld niet om het te kopen.
als bijwoord: ook (als alternatief voor anche, vaak gebruikt in spreektaal en om bijv. enige verrassing uit te drukken)
Noi andiamo allo zoo, vieni pure tu? = Wij gaan naar de dierentuin, ga jij ook mee?
Questa donna è bella e pure intelligente. = Deze vrouw is niet alleen mooi maar vooral ook intelligent.
als bijwoord: ('Doe') maar
Siediti pure. = Ga (jij) maar zitten.
però - let op:
pero = perenboom
echter, maar
Cerco un pero però vedo solo meli. = Ik zoek een perenboom echter zie ik enkel appelbomen.
Non vedo un pero, però. = Ik zie echter geen perenboom.
anzi
integendeel - alternatief: in contrario
Non ero in ritardo, anzi ero in anticipo! = Ik was niet te laat. Integendeel, ik was te vroeg!
sterker nog, zelfs - alternatief: addirittura
È una scelta difficile; anzi, difficilissima. = Het is een moeilijke keuze. Heel moeilijk zelfs.
Mi piace la musica classica, anzi l'adoro! = Ik vind klassieke muziek mooi, sterker nog ik vind het geweldig!
of liever/beter/nee [direct jezelf corrigeren] - alternatieven: (o) meglio, (o) piuttosto
Vorrei una pera, anzi una mela. = Ik zou graag een peer willen, of (nee) liever een appel.
Ci vediamo alle 4:00, anzi facciamo alle 4:30. = We zien elkaar om 4 uur, of beter/nee, laten we er half 5 van maken.
mentre
terwijl
L'ho incontrato mentre stavo andando al supermercato. = Ik kwam hem/haar tegen terwijl ik op weg was naar de supermarkt.
Non si dovrebbe guardare la televisione mentre si mangia. = Je zou niet televisie moeten kijken terwijl je eet.
zolang (als) - wordt tegenwoordig meestal vervangen door finché
Continuo a sperare mentre vivo. = Ik houd hoop zolang (als) ik leef.
terwijl, hoewel, ondanks dat
Tutti lo accusano, mentre lui ha ragione. = Iedereen beschuldigt hem, terwijl hij gelijk heeft.
allora
daarom, dus - alternatieven: quindi, dunque
Piove, allora rimango a casa. = Het regent, daarom/dus blijf ik thuis.
als bijwoord: toen - alternatief: quando
Allora ero ancora un bambino. = Toen was ik nog een kind.
als bijwoord/stopwoord: dus, dan, oké - alternatieven: dunque, quindi, ebbene
Sei stanco? Allora, rimaniamo un'altra volta. = Ben je moe. Laten we dan een andere keer verder gaan.
Allora, andiamo! = Oké, laten we gaan!
quindi
daarom, dus - alternatieven: quindi, dunque
Sta per piovere, quindi portati un ombrello. = Het gaat zo regenen, dus neem een paraplu mee.
als bijwoord: vervolgens - alternatief: poi
Continuare diritto, quindi girare a destra. = Blijf rechtdoor gaan, sla vervolgens rechtsaf.
als bijwoord/stopwoord: dus, dan, oké - alternatieven: allora, dunque, ebbene
dunque
daarom, dus - alternatieven: quindi, allora
Penso dunque sono. = Ik denk dus ik ben.
als bijwoord/stopwoord: dus - alternatieven: allora, quindi, ebbene
Dunque, andiamo in pizzeria stasera? = Dus, gaan we vanavond naar de pizzeria?
Dunque... mi stavi raccontando dei tuoi piani... = Dus, je was me aan het vertellen over je plannen...