Klinkers
De uitspraak van Italiaanse klinkers kent, in tegenstelling tot het Nederlands (en het Engels), weinig variatie.
Het Nederlandse woord 'kenteken' bevat drie verschillende uitspraken van de letter E: ken-tee-kun.
Ook voor de klinkers A, I, O en U bestaan in het Nederlands duidelijk onderscheidbare uitspraken, wisselend tussen kort en lang en open en gesloten.
In het Italiaans blijft de variatie beperkt tot een subtiel verschil in halfopen en halfgesloten uitspraak van de E en O.
De klanklengte van de Italiaanse A ligt tussen de Nederlandse korte en lange klank in.
De Italiaanse I en U worden uitgesproken als respectievelijk de Nederlandse klanken 'ie' en 'oe' (en nooit als de korte Nederlandse klanken in bijv. 'kip' en 'hut').
(Half)open en (half)gesloten E's en O's
Het subtiele uitspraakverschil van de E en O is die van een iets meer gesloten mond tegenover een iets meer geopende mond.
Voor de Italiaanse O lijkt dat op het verschil tussen de O in de Nederlandse woorden 'bok' en 'hok'.
De halfgesloten E is minder gesloten en korter dan de E in het Nederlandse 'deken'. De open E lijkt op die in het Nederlandse woord 'bed'.
Dit onderscheid in uitspraak van de E en O is zelden noodzakelijk om je goed verstaanbaar te maken. Binnen Italië kent elke regio toch al zijn eigen nuances in uitspraak.
Als het gaat om het verschil tussen voegwoord e (gesloten) en werkwoordsvorm è (open) is het wel raadzaam om er rekening mee te houden.
Hetzelfde geldt voor voegwoord o (gesloten) en werkwoordsvorm ho (open).
Een E of O in een beklemtoonde lettergreep binnen een woord met meer dan twee lettergrepen is meestal open.
Accenttekens
Een accent grave markeert een (half)open uitspraak. Deze wordt gebruikt op:
- de slotklinker van een beklemtoonde laatste lettergreep (bijv.: città, caffè, Perù.
- de slotklinker van een woord van één lettergreep gevormd door medeklinker + I of U + klinker (bijv.: ciò, già, giù, più, può); geldt niet voor qua en qui.
- de slotklinker van sommige woorden van één lettergreep om ze in spelling (en uitspraak in geval van 'è' en 'ò') te onderscheiden van gelijkende woorden (bijv.: dà, è, là, lì, sì).
Een accent aigu markeert een (half)gesloten uitspraak. Deze wordt gebruikt op:
- de slotklinker van een beklemtoonde laatste lettergreep, hoofdzakelijk de E en meest voorkomend bij woorden eindigend op -ché en telwoorden op -tré.
- de slotklinker van sommige woorden van één lettergreep om ze in spelling en uitspraak te onderscheiden van gelijkende woorden (bijv.: né, sé).
Klinkercombinaties en tweeklanken
De uitspraak van twee klinkers achter elkaar is vooral afhankelijk van welke klinkers worden gebruikt en waar de klemtoon van het woord ligt:
- Klinkercombinaties zonder I of U worden doorgaans als losse letters en lettergrepen uitgesproken. Voorbeelden: aereo (a-e-re-o), linea (li-ne-a).
- Klinkercombinaties met een I en/of U levert meestal een bijna samengesmolten klank op. De klanken van de I en U gaan dan meer richting respectievelijk een J en een W.
Voorbeelden: vecchiaia (vek-kja-ja), frontiera (fron-tje-ra), causa (kaoew-sa), impaurito (im-paoew-rie-to), suono (swoeo-no).
- Dergelijke klinkercombinaties worden door de klemtoon nog wel eens uit elkaar getrokken. Voorbeelden: economia (e-ko-no-mie-a), paura (pa-oe-ra), lui (loe-ie).
- Ook de combinaties E+U en I+I klinken meer als twee losse letters. Voorbeelden: Europa (e-oe-ro-pa), sii (sie-jie).