Tegenwoordig deelwoord - il participio presente
Vorming: stam + uitgang.
Regelmatig tegenwoordig deelwoord
uitgang werkwoord |
uitgang tegenw. deelw. |
-are |
-ante |
-ere |
-ente |
-ire |
-ente |
- Sommige werkwoorden op -ire hebben een alternatieve variant op -iente, al dan niet naast de vorm op -ente.
Onregelmatige vormen
- fare => facente
- dire => dicente
- bere => bevente
- werkwoorden op -arre => -aente
- werkwoorden op -urre => -ucente
- werkwoorden op -orre => -onente
Gebruik
Het werkwoordelijk gebruik van de participio presente is, net als het tegenwoordig deelwoord in het Nederlands, zeer beperkt.
Het komt hoofdzakelijk voor in formele geschreven teksten.
In het Nederlands wordt het tegenwoordig deelwoord als volgt gevormd: infinitief + d(e).
Om tot een zin in modern Nederlands te komen is een aangepaste zinsopbouw nodig.
un libro contenente molto informazione = een boek bevattend veel informatie => een boek dat veel informatie bevat
Niettemin is het tegenwoordig deelwoord alom aanwezig in de Italiaanse taal, voornamelijk als bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord.
In veel gevallen is een letterlijke vertaling van het tegenwoordig deelwoord naar het Nederlands niet geschikt.
Als bijvoeglijk naamwoord
pesare => pesante = wegen => zwaar (letterlijk: 'wegend')
differire => differente = verschillen => verschillend
interessare => interessante = interesseren => interessant
divertire => divertente = vermaken => vermakelijk
esigere => esigente = eisen => veeleisend
precedere => precedente = voorafgaan => voor(af)gaand
sorprendere => sorprendente = verrassen => verrassend
Als zelfstandig naamwoord
cantare => cantante = zingen => zanger
amare => amante = liefhebben => geliefde
conoscere => conoscente = kennen => bekende, kennis
abitare => abitante = bewonen => inwoner, bewoner
mendicare => mendicante = bedelen => bedelaar
partecipare => partecipante = deelnemen => deelnemer
insegnare => insegnante = (aan)leren, onderwijzen => leraar, onderwijzer
correre => corrente = rennen => stroom
negoziare => negoziante = (onder)handelen => winkelier
parlare + alto => altoparlante = spreken + luid => luidspreker
Als voorzetsel
In andere woordsoorten komen ook tegenwoordige deelwoorden voor, bijvoorbeeld het voorzetsel durante:
durare => durante = (voort)duren => gedurende