Beklemtoond en onbeklemtoond
Net als het Nederlands (jij-je, zij-ze, wij-we, mij-me, jou-je, maar ook: het-'t en ik-'k) kent het Italiaans beklemtoonde en onbeklemtoonde vormen van het persoonlijk voornaamwoord.
In het Italiaans is de keuze voor de ene of de andere vorm minder vrij dan in het Nederlands.
In principe worden de onbeklemtoonde vormen (
pronomi atoni) gebruikt. In de volgende gevallen worden de beklemtoonde vormen (
pronomi tonici) gebruikt:
- om nadruk te leggen op de persoon
- bij tegenstellingen of vergelijkingen
- na voorzetsels
- bij antwoorden van slecht één of twee woorden
- na woorden als anche, come, secondo, solo, sempre
Plaats van het beklemtoond persoonlijk voornaamwoord in een zinsdeel
De beklemtoonde vorm, behalve die van het onderwerp, wordt doorgaans na het (laatste) werkwoord van het zinsdeel geplaatst.
In combinatie met een voorzetsel wordt het, afhankelijk van de inhoud van de zin, ook wel aan het begin geplaatst (bijv.:
a me piace la musica).
Plaats van het onbeklemtoond persoonlijk voornaamwoord in een zinsdeel
De onbeklemtoonde vorm wordt meestal vóór het vervoegde werkwoord geplaatst, behalve
loro (of
gli als meewerkend. vw. mv.) dat juist erachter wordt geplaatst.
In de volgende gevallen wordt de onbeklemtoonde vorm achter en aan het werkwoord geplakt, namelijk in combinatie met:
- een infinitief (die dan de slotletter e verliest)
- een gebiedende wijs
- een gerundium
- een tegenwoordig / onvoltooid deelwoord
De werkwoorden
dovere,
potere en
volere kunnen in combinatie met een
infinitief ook op de normale wijze worden gebruikt.
Bijvoorbeeld: Ik moet het weten =>
Devo saperlo / Lo devo sapere.
Ontkenning
Het ontkenningswoord
non wordt geplaatst vóór het persoonlijk voornaamwoord of in geval van een onbeklemtoonde (en dus afwezige) onderwerpsvorm vóór het vervoegde werkwoord.