Tussenwerpsels

Een tussenwerpsel is een woord of woordgroep zonder grammaticale functie.
Het heeft geen invloed op de woordvolgorde van een zin en kan als uitroep zelfstandig een korte zin vormen.

Tussenwerpsels kunnen een emotie of sterke reactie weergeven, een geluid nabootsen of een andere communicatieve functie hebben zoals begroeting.
Ze worden vaak gevolgd door een uitroepteken.
De simpelste tussenwerpsels bestaan uit slechts één lettergreep of zelfs maar één klank.
Deze kennen meestal wel een heel breed gebruik en worden om die reden hier slechts opgesomd: ah, ahi, eh, ih, oh, ohi, uh, uhm.
Ze kunnen uitdrukking geven aan onder meer pijn, teleurstelling, spijt, verontwaardiging, twijfel, opluchting, verwondering, tevredenheid en aansporing.
Hieronder volgt een lijstje met woorden (inclusief varianten) die een iets specifieker gebruik kennen.

Tussenwerpsels (niet in quiz)
Italiaans Nederlands geeft uitdrukking aan
bah, mah ach verbijstering, twijfel, onverschilligheid
be', beh nou, dus, goed dan conclusie, observatie
boh (bo) hm, ik weet niet twijfel, onzekerheid, ongeloof
eccì, etcì (ecciù, etciù) hatsjie, hatsjoe geluid van niezen
ehi hé, hey begroeting
ops (ups) oeps na een foutje, vergissing of onoplettendheid
pss (ps, pst) pst zachtjes aandacht trekken; tot stilte manen
puah bah, jakkes afkeer, walging, minachting
sciò ga weg dieren verjagen
shh (sst, st) sst tot stilte manen
to', toh hier, neem aan, kijk eens aanreiking, verbazing
uffa (uff, uf) oef, poeh, pff o.a. ongemak, frustratie, ongeduld
ve', veh kijk aandacht trekken, nadruk leggen op een bewering





QUIZ: tussenwerpsels Italiaans-Nederlands
QUIZ: tussenwerpsels Nederlands-Italiaans
Onderstaand een lijstje met woorden (en woordgroepen) waarvan een deel ook anders dan als tussenwerpsel kan worden gebruikt.

Tussenwerpsels
Italiaans Nederlands
dai! kom op! [aansporing]
forza! kom op!, vooruit!
coraggio! kop op!, houd moed!
ma dai kom nou, dat meen je niet, echt?
basta! genoeg!
zitto! stil!, zwijg!, hou je mond!
pussa via! ga weg!, hoepel op!
(h)urrà! hoera!
evviva! hoera voor ...!, leve ...!
meno male godzijdank, gelukkig, maar goed (dat)
peccato! jammer!, zonde!
ahimè helaas, ach, jammer genoeg
magari! was het maar waar!, maar al te graag!
va bene (vabbene, vabbè, va beh) akkoord, oké, het is goed, maakt niet uit
insomma dus...; genoeg!, in hemelsnaam! [irritatie]; zozo, niet goed en niet slecht
oddio! mijn God!
santo cielo! mijn hemel!
mamma mia! mijn hemel!, mijn God!
per l'amor di Dio in godsnaam
per l'amor del cielo in hemelsnaam
per carità in godsnaam, in hemelsnaam, alsjeblieft (zeg)
che schifo! wat vies!, wat smerig!
che palle! verdorie!, wat vervelend!
che figata! wat geweldig!, cool!
macché! welnee!, absoluut niet!, helaas niet!
ebbene nou, goed [als voegwoord: welnu]
eccome! nou en of!
in bocca al lupo! veel succes!
acqua in bocca! mondje dicht!
salute! proost!; gezondheid! [nadat iemand niest]
cincin! proost!
ci risiamo daar gaan we weer, het is weer zover
ci mancherebbe graag gedaan, geen probleem; uiteraard, natuurlijk; dat kan er ook nog wel bij, laten we hopen van niet




Krachttermen

Een van de meest gebruikte Italiaanse krachttermen is cazzo. Letterlijk betekent het 'lul', figuurlijk vaak iets als 'shit' of 'verdomme'.
Andere Italiaanse krachttermen zijn: cavolo, accidenti, caspita, diavolo, diamine, maledizione, perbacco.
Deze woorden zijn ongeveer vergelijkbaar met Nederlandse krachttermen als: shit, allemachtig, tjonge, verdorie, verdomme.

Als verwensing wordt vaak vaffanculo! of ingekort fanculo! gebruikt, een samentrekking van de vulgaire uitroep 'laat je in de kont doen'.
In figuurlijke zin is het ongeveer te vertalen als: rot op!, donder op!