Vergelijkingen - i confronti
De stellende trap - il grado positivo
Andries è vecchio. = Andries is oud.
Daniel è giovane. = Daniel is jong.
De vergrotende trap - il grado comparativo (di maggioranza)
De basisstructuur: più / meno + bijv.nw./bijw./z.nw. + di / che.
Vergelijkingen van twee personen of gevallen op basis van dezelfde eigenschap:
Andries è più vecchio di Daniel. = Andries is meer oud dan Daniel. = Andries is ouder dan Daniel.
Daniel è più giovane di Andries. = Daniel is meer jong dan Andries. = Daniel is jonger dan Andries.
Daniel è meno vecchio di Andries. = Daniel is minder oud dan Andries.
Andries è meno giovane di Daniel. = Andries is minder jong dan Daniel.
Andries è vecchio quanto di Wim. = Andries is oud zoveel als Wim. = Andries is even / net zo oud als Wim.
Andries è giovane quanto di Wim. = Andries is jong zoveel als Wim. = Andries is even / net zo jong als Wim.
Vergelijking van twee eigenschappen van één persoon of geval:
Andries è più intelligente che forte. = Andries is meer intelligent dan sterk.
Daniel è più forte che alto. = Daniel is meer sterk dan lang.
- De woorden più en meno zijn zelf de vergrotende trap van resp. molto en poco.
Di of che
Als vertaling voor 'dan' wordt che gebruikt als een vergelijking wordt gemaakt tussen:
- bijvoeglijke naamwoorden verwijzend naar dezelfde persoon of zaak
- infinitieven
- deelwoorden
- zelfstandige naamwoorden verwijzend naar een persoon
- zelfstandige naamwoorden of voornaamwoorden voorafgegaan door een voorzetsel
In de andere gevallen wordt di gebruikt als vertaling voor 'dan', zoals wanneer:
- gevolgd door een getal
- personen of zaken worden vergeleken op basis van dezelfde eigenschap
- più of meno zelf als vergrotende trap wordt gebruikt in de uitdrukking più/meno di quanto ('meer/minder dan')
- zelfstandige naamwoorden op andere wijze worden vergeleken
De overtreffende trap - il grado superlativo
Relatieve overtreffing: il superlativo relativo
Johan è il più vecchio. = Johan is de meest oude. = Johan is de oudste.
Daniel è il meno vecchio. = Daniel is de minst oude.
L'elefante è il più grande di tutti gli animali. = De olifant is de
meest grote (=grootste) van alle dieren.
Absolute overtreffing: il superlativo assoluto
De meest gebruikelijke manier om deze te vormen is door de toevoeging van issim + uitgang -o/-a/-i/e.
Daniel è fortissimo. = Daniel is erg sterk.
Woorden met eigen vormen voor vergroting en overtreffing
Sommige woorden hebben eigen vormen, hoewel de gewone samengestelde vorm meestal ook mogelijk is.
Er is vaak wel een verschil in gebruik en betekenis tussen de twee vormen van de overtreffende trap.
Onregelmatige vormen
positivo |
comparativo |
superlativo relativo |
superlativo assoluto |
buono |
migliore |
il migliore |
ottimo |
cattivo |
peggiore |
il peggiore |
pessimo |
grande |
maggiore |
il maggiore |
massimo |
piccolo |
minore |
il minore |
minimo |
alto |
superiore |
il superiore |
supremo / sommo |
basso |
inferiore |
l'inferiore |
infimo / imo |
Bovenstaand zijn alleen bijvoeglijke naamwoorden aan de orde gekomen. De volgende veelgebruikte woorden worden meestal als bijwoorden gezien:
bene - meglio - benissimo
male - peggio - malissimo